maandag 29 mei 2017

Oversteek van Nassau naar Bermuda en voorbereiding van de lange passage naar Europa

Een beetje zenuwachtig verlaten we vrijdag in de late middag de Nassau Yacht Club. We beloven Peter, de jachthavenmeester dat we hem zullen mailen als we veilig zijn. Hij kijkt bedenkelijk. "Wat een onderneming met twee kleine kinderen..."
Nog snel tanken en dan verdwijnt stilletjes het ponton uit het zicht. Het is geleden sinds de oversteek naar Barbados dat we zo lang op zee zullen zijn. 850 mijl. We vermoeden dat het ons 6-7 dagen zal kosten om Bermuda te halen. De weersvoorspellingen zijn helaas niet super. Twee dagen zal er wind zijn, de andere dagen wellicht niet. Vooralsnog zijn we blij. Op halve wind en wat geholpen door de stroming gaan we aan 4,5 knoop vooruit. De boot ligt stabiel op de golven die niet veel hoger zijn dan een meter en een half. De eerste nacht verloopt rustig. Wel is het koud. Waar liggen die warme kleren alweer? Onder een dekentje zien we de pracht van de sterren onder het zeil. Yes! We zijn weer op weg. Het gaat goed met ons. Zondag mag ik na mijn shift om 8u terug in bed kruipen tot ik met de geur van spek en eieren en koffie er weer uit gelokt wordt. Het is moederkesdag. Op de kaartplotter: distance to destination: nog 566 mijl. We varen voor de wind intussen en zetten een boom om te kunnen vlinderen. Het gaat nu echt goed vooruit: 7,1 knopen. Maar om half acht is het gedaan met de pret. De wind zakt weg en de motor moet aan. Als ik in bed lig zet Vincent de motor weer af en ik hoor hem met de zeilen in de weer. Het voelt niet erg comfortabel. De wind is niet krachtig genoeg om de boot stabiel te houden. Het grootzeil klappert, maar we moeten zuinig zijn met de diesel. Als de voorspellingen kloppen, zullen we geen wind meer krijgen tot we in Bermuda zijn. Met onze dieseltank zouden we dat nipt (of net niet) moeten halen. De volgende twee dagen proberen we zodra het kan te zeilen, maar dinsdagavond krijgen we de wind op kop en moet de motor weer de hele tijd aan. Aan boord hebben we snel een soort van routine die blijkt te werken. Het wachtensysteem (we wisselen om de drie uur tussen 21 u en 9 u ) vinden we allebei ok, al zijn de nachten koud en vermoeiend, de kinderen hebben hun draai snel gevonden, niemand voelt zich zeeziek, de ijskast zit vol en er kan dus lekker gekookt worden, we doen plichtsbewust school, we speuren de horizon af naar schepen, walvissen of dolfijnen (van de eerste zien we er maar enkelen, de tweede niet, en op dolfijnen moeten we wachten tot de laatste dag) en omdat de zee meestal niet te geagiteerd is, lezen we veel. Om vijf uur is het l'heure de l'apéro en verzamelt iedereen zich steevast in de kuip voor een lekker drankje en iets om te knabbelen en daarna mogen de kinderen op hun tablet spelen tot aan het avondeten. Op woensdagavond, wellicht onze laatste nacht op zee, kijken we een film. Met zijn allen in de kuip, knus onder dekens. Halverwege zwiept de boot plots 60 graden naar bakboord. En er begint iets te piepen. Snel grijpen we het roer. De autopilot, de zwakke plek van elke boot, geeft een fout aan. Vincent gaat onder ons bed kijken wat er aan de hand is, terwijl ik stuur. Na een half uur komt hij weer boven. We zullen zelf moeten sturen tot we er zijn. Er is een bout gelost en daardoor is de olie uit de arm gelopen. (Dat klinkt een simpel probleem, maar dat is het niet, zo zal blijken in Bermuda). De hele nacht dwingt de kou en vermoeidheid ons om elkaar vaak af te lossen en geen van ons twee komt aan slapen toe. Tegen de ochtend zijn we allebei brak. Gelukkig neemt Simon nu en dan tijdens de dag het roer over. We zijn zelden zo blij geweest om land te zien. Al weten we dat we dan nog vier uur varen voor de boeg hebben omdat de haven van St George waar we moeten inklaren helemaal aan de noordkant ligt. Om zes uur varen we dan toch eindelijk het smalle kanaal in. Vlak aan het customsdok ligt Oceanix, een supersympathiek Belgisch-Waals koppel met vier (!) kinderen. Nog voor we afgemeerd zijn, worden er al plannen gemaakt voor de volgende dag. Na de formaliteiten droppen we het anker in de baai. 22u. De boot schommelt niet. De boot beweegt zelfs niet. Geen geklots. Geen motor. We slapen. De klok rond. Comateus. 



moederkesdag


mijn lievelingsmoment: de zon komt op


Filmavond

op zoek naar het autopilotprobleem


een sailfish! te mooi om op te eten.


Voor ons breekt een tijd aan van regelen, organiseren, winkelen, lijstjes maken en klusjes doen. Maar ook voor wat vertier. Met Oceanix, de Belgische Walen brengen we een paar fijne dagen doorDe kinderen kunnen het super goed met elkaar vinden. Simon begint eindelijk zelfs door te hebben dat de Franse lessen nog wel hun nut hebben. Marine en Claire zijn twee fijne meisjes die dezelfde leeftijd hebben als onze kinderen en het is vaak een gezellige boel op de Sta Vast. Er wordt gezwommen vanop de boot, met de kayak gevaren, legobouwsels gemaakt en heel veel gekaart. Hélène en Quentin nemen iedereen een keer mee naar het strand en 's avonds blijven de meisjes bij ons eten of wij gaan aan boord van Oceanix lang aperitieven. 
Als ze woensdag vertrekken naar Horta, is er wat verdriet, maar we spreken af dat we proberen elkaar in de Azoren terug zien. Of in elk geval in Leuven! 


Kaarten met Claire en Marine


De dagen nadien zijn druk. Vincent maakt de autopilot, een heel karwei, maar hij mag de werkplaats van een mechanieker in de buurt gebruiken, dus dat scheelt. Of hij echt werkt zal pas blijken als we uitvaren. Maar eerst wordt er bevoorraad, de was gedaan en de boot geherorganiseerd zodat we klaar zijn voor het vertrek. Deze keer wordt het een lange trip. 1900 mijl. Als het meezit komen we na 15 dagen aan in de Azoren, maar het is een onstabiel gebied, gekenmerkt door vaak teveel of net te weinig wind. Ons plan is dinsdag 30 mei, woensdag ten laatste te vertrekken. Er dient zich een vrij gunstig weervenster aan en we hopen dat te kunnen halen. Tussendoor verkennen we Bermuda. Het eiland blijkt meer dan alleen een plek waar zeilers zich voorbereiden om een grote oversteek te maken. Hetzij naar Amerika, hetzij naar de Caraïben, hetzij naar Europa.  Het eiland is extreem goed georganiseerd. Op de bus mogen maar 40 mensen en daar gaan ze niet over. Hoe anders was dat op de vorige eilanden. Als je in Cuba bv dacht dat er écht niemand meer bijkon, was er toch nog plaats voor vijf extra mensen, met levende kippen of zakken vol vissen op de koop toe. De straten zijn proper, de wegen goed, het is een eiland met veel welvaart en de Britse invloed is er groot. Én jawel, de bermuda is er een feit. Buschauffeurs, bankbedienden, politieagenten, iedereen draagt een burmuda met opgetrokken sokken. 









bevoorraden: twee keer op en af met een volgeladen bijboot.

Alles wordt uitgeladen en gesorteerd

De jongens hebben ook eens gewinkeld ;-)



Parade in Hamilton

En zo wordt het zondag. We verwachten Erik, een vriend van Vincent die met ons mee zal varen tot in de Azoren maar zijn vlucht wordt geannuleerd en hij komt pas de dag nadien. Dat geeft ons de tijd om uit te varen en de autopilot te testen. We houden onze adem in. Maar hij houdt het. Oef. De opluchting is groot. De kapitein blijft verbazen. De hele bamanning is apetrots!

Op de ankerplaats krijgen we nog hoog bezoek! Een boot met wat vreemd uitziende figuren komt aangevaren. Drie mannen in lange gewaden. Pas als ze langszij komen, zien we dat het priesters zijn. 1 keer per jaar komt de bisschop van de Anglicaanse kerk de boten zegenen die in de baai liggen. Alle beetjes helpen, dus de Sta Vast wordt officieel gezegend voor een behouden terugtocht. 
Nu kunnen we gaan. De boot is er klaar voor, de bemanning ook! Het volgende bericht komt terug vanop Europese bodem. 


Sta Vast en haar bemanning worden gezegend





1 opmerking:

  1. Succes met de overtocht! Heel leuk om te zien dat jullie er alle vier zo van genieten. Zo lijkt het althans toch :-)

    BeantwoordenVerwijderen