vrijdag 12 mei 2017

De exuma's. Even exotisch als hun naam doet vermoeden.

We zeilen aanvankelijk traag weg uit French Wells, maar als we aan de andere kant van een dikke regenwolk gaan varen, gaan we twee knopen sneller en met een gemiddelde snelheid van 7 knopen (we vliegen dus!) halen we Clarence Town. Blij dat de motor niet aan hoeft, want we hebben nog maar een klein beetje diesel in de tank. In Clarence Town kunnen we aan het towndok fuel en water nemen volgens de vaargids, dus dat komt wel in orde. Ook onze ijskast is nagenoeg leeg, maar er zou een winkeltje moeten zijn. Bij valavond gooien we ons anker uit voor een mooi strand, met het dorp op dinghy-rit afstand. Er is een restaurant met uitzicht op de Sta Vast waar we ons verwennen met een veel te dure (dit zijn de Bahama's!) burger. Gewapend met onze k-ways en een zaklamp vangen we twee uur later de terugtocht aan. De regenjassen zijn amper een doekje voor het bloeden. We worden nat tot op ons ondergoed. Het zout water gutst met bakken over de rand van de bijboot. En het is koud. De zee is nu we de kreeftskeerkring naderen opvallend frisser en 's avonds moeten we soms een trui aantrekken. Vier natte, gepekelde haringen bereiken de boot. Gelukkig is er nog warm water genoeg zodat iedereen kan douchen. De volgende dag trekken we na bootschool opnieuw met de bijboot naar de wal op zoek naar eten en diesel. Het towndok ziet er vervallen uit en de ingang lijkt erg ondiep. De vrouw die het hokje bemant dat bij het tankstation staat, bevestigt ons vermoeden. Er is geen fuel meer voor boten. En helaas is het winkeltje waar we op hoopten er ook niet meer. In oktober werd alles hier vernietigd door een orkaan. De heropbouw verloopt trager dan verwacht. Georgetown is jullie beste optie, zegt ze. Georgetown ligt op Great Exuma, het volgende eiland. 8 uur varen van hier. Terug aan boord overwegen we onze opties. Het metertje van de tank geeft nog iets minder dan een vierde aan. Dat zou voldoende moeten zijn om Georgetown te halen. En we kunnen nog wel wat creatief zijn met wat zich in de voorraadbakken bevindt. We wagen het erop. Er staat een pittige wind (22knopen) uit het oosten, dus we kunnen op halve wind snel vooruit gaan. Onderweg nemen we het laatste drankje uit de ijskast. Is dat nu niet wat warm? Vincent checkt de mechaniek van de ijskast (en diepvriezer) en hij blijkt niet meer te werken. Oh nee, en we dachten dat alles opgelost zou zijn na de interventie van de Cubaanse mechanieker. "Het is iets anders", zegt boatgiver. Na wat speurwerk in Nigel Calder's bijbel, denkt hij dat het de controller is, of dat de Cubanen er teveel gas hebben ingespoten. Gelukkig gaat het motortje na een vijftigtal pogingen om het op te starten weer draaien. Voorlopig is het probleem opgelost. Tijd voor lunch. Het moet vast nog lukken om wat eetbaars op tafel te zetten. Maar als we ons Jenny (de generator) aanzetten om te koken, valt ze na een minuut uit. Paniek. Zonder Jenny zijn we verloren. We hebben haar nodig om de batterijen op te laden en om eten te maken, en ze heeft ons nog nooit in de steek gelaten. Na alle ooorzaken overlopen te hebben, denken we dat ze niet genoeg brandstof meer krijgt. Wellicht omdat we wat scheef hangen en het laatste restje diesel niet tot daar komt. Als we de motor even aanzetten, staat het metertje gek genoeg niet meer op een vierde, maar plots helemaal in het rood. De tank is gewoonweg leeg. Dat betekent dat we het oorspronkelijk plan om naar Georgetown te gaan moeten laten varen. Het is daar aartsmoeilijk met veel rotsen en zandbanken. Op zeil niet echt een optie. Dan maar stoppen op Calabash Bay. En hopen dat we daar een paar jerrycans diesel kunnen vinden. Om half drie manoeuvreren we ons een weg tussen de riffen voor de ankerplek en om drie uur bewonderen met verstomming de prachtige plek waar we beland zijn. Die schakeringen blauw in het water, we geraken er niet op uit gekeken. Op het strand bevindt zich een superchic resort " Cape Santa Maria" en bezoekende jachten zijn er welkom. En even later genieten we van een ijskoud drankje met onze voeten in het zand en zicht op de Sta Vast die daar prachtig ligt in de turquoise baai. En dan is het leven weer heel erg simpel. We maken nog een magnifieke lange wandeling door de mangrove, waar we het laatste stuk moeten zwemmen, en ontmoeten onderweg iemand die de volgende dag Vincent wil meenemen naar een tankstation. En het leven wordt nog beter. De dag sluiten we af met pizza in het resort, waar we ons blauw aan betalen, maar we trekken het ons voor één keer niet al te erg aan. 


Op het strand van Clarence Town

Het kerkje van Clarence Town

Vertrek naar Clabash bay



's Ochtends trekken Vincent en Simon met de bijboot opnieuw door de mangrove naar de plek waar ze afgesproken hebben met de man die hen een lift geeft naar het dorp. Anderhalf uur later komen ze terug met 50 liter diesel en tomaten en wat andere verse spullen. De ijskast heeft zich al de hele tijd goed gedragen (zou ze enkel uitvallen als we zeilen?) en het strand lonkt. In het resort is een Canadese vliegclub neergestreken en samen met de bemanningen kijken we hoe alle sportvliegtuigjes één na één toekomen en als ze boven ons vliegen een wingwave maken. Als kers op de taart krijgen we een fenomenale zonsondergang. 


Boatgiver laat wat gas uit de ijskast :-)


Zonsondergang op Calabash Bay



De dag nadien trekken we naar Georgetown. De ijskast heeft zich koest gehouden en we zijn ongerust of ze stand zal houden tijdens het varen. Niet dus. Veel zeilen is er ook niet bij, we leggen de 24 mijl op motor af en zoeken na vier uur voorzichtig onze weg naar de ankerplaats in Georgetown. Met behulp van vooraf ingestelde waypoints op de kaartplotter en drie paar ogen op de boeg, lukt het prima. De rest van de dag gaan we aan land winkelen. We vallen bijna omver van de prijzen, 4 dollar voor een fles gewone melk, niet eens verse, 12 dollar voor een potje Nutella, 2,5 dollar voor een fles water. We slaan veel pasta, wat blikvoer en heel veel groenten in. Aan de overkant van de ankerbaai op Stocking Island is de "Chat 'n Chill", een strandbar waar heel veel yachties een drankje komen drinken en en passant de stingrays die er zwemmen voederen met stukjes cong shell vlees. Simon zit al gauw tussen deze elegante majestueuze dieren en voedt ze, maar Elise vindt het supereng. Uiteindelijk kan Simon haar overhalen en ons meisje is helemaal in de wolken. Alweer een overwinning op zichzelf! 





De stingrays, zachte, elegante dieren

Chat 'n Chill, de leukste strandbar van de Exuma's. 



Intussen blijft de ijskast kuren hebben en we realiseren ons dat we zo niet naar Bermuda kunnen. Over een kleine week moeten we 800 mijl (6-8 dagen zeilen, afhankelijk van de wind) en met een wispelturige ijskast en diepvriezer is dat potentieel geen pretje. Er zit niets anders op dan eerst nog uit te wijken naar Nassau en daar een mechanieker laten komen. We bellen hem en zeggen dat we woensdag daar kunnen zijn. "Maar dan ben ik er niet", zegt hij. "Het zijn verkiezingen en ik hoor bij de oppositie. Donderdag lukt wel". Vincent vraagt nog of hij nog steeds komt als ze winnen, maar zijn laconieke antwoord is: "I don't party and I don't drink". Op hoop van zege dan maar. 

In Georgetown moet er nog getankt worden. We sturen de kinderen voorop met de dinghy en de VHF en Vincent parkeert de boot indrukwekkend in een piepklein plekje aan het fueldok. Nog voor Simon en Elise aangekomen zijn om de lijnen aan te nemen, liggen we helemaal afgemeerd. Met een volle water- en dieseltank ankeren we twee uur later dichter bij Stocking Island waar we een prachtige lange wandeling maken. Het is soms wat zoeken naar het pad, maar de tocht voert ons door een stukje magnifieke natuur en eindigt op een verlaten, woest strand aan de oceaankant van het eiland. 


;-)

Joepie, golven! 

het mqgnifieke strand op Stocking eiland

Treasure trail door het bos van palmbomen

De dag ronden we af met een bezoek aan de Chat 'n Chill waar we opnieuw de sympathieke Zweedse bemanning van de boot "Veronique II" ontmoeten (we zagen ze eerder in Clarence Town). Zij zijn op weg naar New York (beetje jaloers, maar geen optie voor ons omdat de oversteek van daaruit naar Europa nog meer kans geeft op onstabiel weer en hevig onweer). Zij zijn op hun beurt een beetje jaloers op onze kinderen. Ze reizen met twee pubers en dat laat zich af en toe goed horen en voelen. We beseffen dat dit het beste moment was om deze reis te maken. Simon en Elise hebben de perfecte leeftijd. Ze vinden alles een avontuur (op bootschool na), genieten van de tijd samen, praten met iedereen die ze tegenkomen, denken als een team, en hebben geen behoefte aan televisie of Facebook. En met een beetje geluk, zullen ze zich deze tijd herinneren als de mooiste uit hun leven. 


Met de Zweedse Veronique-jongens op het strand


Veel tijd om in Georgetown te blijven hangen, is er niet. Als we woensdagavond in Nassau willen zijn, moeten we een beetje voortmaken en we willen eerst nog wat genieten van de exuma's. Het wordt een dierentoer: bij Leaf Cay zien we wilde iguana's (ze zien er een beetje eng en prehistorisch uit, maar blijken best lief te zijn), op Big Majors Spot zwemmen we met varkens (eigenlijk een beetje vies en ook wel wat grappig), er wordt magisch gesnorkeld in de Thunderball Grotto, en we staan (brrr, akelig) tussen haaien en mantaroggen bij Staniel Cay. De laatste twee dagen brengen we door in het Exuma National Park bij Warderick Wells, aan een mooring boei. Het is er prachtig. De zandbanken die droog vallen bij laag water en het heldere turquoise water, in combinatie met weelderig groene palmboombossen, zijn het perfecte decor om onze batterijen op te laden voor we naar Nassau gaan waar een ijskasttechnieker komt en we ons voorbereiden op de oversteek naar Bermuda. Het worden twee drukke dagen. We winkelen in de mooie supermarkt aan de overkant van de marina, kopen nog wat spullen voor de boot, halen ijsjes bij de Dairy Queen (een begrip voor Amerikanen), de kinderen zwemmen in het grote zwembad en maken alweer nieuwe vriendjes, de ijskast wordt gemaakt, en we draaien 5 grote wasmachines! 
En dan is het zover! We zijn er klaar voor. Het wordt onze eerste lange oversteek sinds we de oceaan overgingen in november. De weersvoorspellingen lijken vrij gunstig. En als we niet verdwijnen in de Bermudadriehoek, zijn we weer bereikbaar over een dikke week!


akelige, maar sympathieke iguana's op Leaf Cay


Simon op de vlucht voor een allerschattigst biggetje

Ze zwemmen echt!

Deze lokale schone zag Vincent wel zitten. 



Ze zijn er niet helemaal gerust in.

omcirkeld op Staniel Cay


Warderick Wells. 


Op een dag zullen we ontdekken dat ze zwemvliezen tussen hun tenen hebben.

💓💓💓💓💓💓

Magisch snorkelen in de Thunderball Grotto

Twee vreemde vissen...




2 opmerkingen: