donderdag 6 april 2017

De Dominicaanse Republiek: bureaucratie en fijn bezoek

De Mona passage was een eitje en we zetten koers naar Punta Cana. Daar zal de volgende dag Pieter, collega en vriend van Vincent een week bij ons aan boord komen. Nadat we door Frank, de havenmeester via de vhf de haven worden binnengeloodst maken we meteen kennis met de Dominicaanse bureaucratie. Binnen de dertig seconden nadat we na een moeilijk aanlegmanoeuvre de laatste lijn hebben vastgemaakt springen er zes officials aan boord. Twee van Immigration, Narcotica, een dokter, de navy en customs. In de tien minuten die volgen, controleren ze allemaal onze bootpapieren en paspoorten, en innen de zelfs naar Caraïbische normen zeer hoge inklaarsom van 147 dollar. Frank komt aan boord en legt ons uit hoe de Dominicaanse wet hier werkt. Lonen van de mensen zijn heel laag en moeten worden aangevuld met fooien, of dubieuze taxen. Voor zeilers is het extra moeilijk, want ankeren is hier niet echt ingeburgerd, wat betekent dat je bijna verplicht bent om te verblijven in (dure) jachthavens. Voor elke verplaatsing naar een andere stad op de Dominicaanse Republiek moet de Navy toestemming geven. Een zogenaamde despacho. Een verklaring dat het veilig is om het water op te gaan. Als we Cap Cana willen uitvaren merken we hoe absurd het systeem is. De commandant zegt dat hij moet wachten op het eerste weerbericht om ons te laten gaan, maar dat komt niet voor 8uur. Wat betekent dat we Samana Bay (75 mijl) niet halen voor het donker. Tot zover "alles voor de veiligheid". We wagen het erop. Intussen is Pieter aangekomen. We danken Frank voor zijn goede zorgen en om half 9 zijn we het smalle, ondiepe kanaal uit voor het laatste stuk Mona Passage. Op motor want er is geen wind. Halverwege de dag betrekt de lucht en Pieter krijgt datgene waarvoor hij België ontvlucht was: regen. Veel regen en grijze lucht. In de late namiddag horen we een vreemd geluid in de motor. Er is geen wind en we varen erg dicht tegen de kust dus de motor uitzetten en onder de boot kijken wat er aan de hand is, is geen optie. Er zit niets anders op dan verder te varen. Het wordt donker. De zee wat pittiger. Terwijl Vincent en ik gebakken aardappelen en tonijnsteaks maken houdt Pieter de wacht. In het donker aankomen op een vreemde plek is altijd moeilijk, gelukkig zien we voor ons twee andere zeilboten. Ik beslis de boot Gaia over de radio op te roepen. Een sympathieke man antwoordt en zegt dat hij het hier kent dat hij een andere boot die ook motorproblemen heeft de haven van Bahia Samana aan het binnenloodsen is. Volg me zegt hij. Ik help je. Dat doen we. Ons ankerplan laten we varen en we tuffen de kleine havenkom in. En dan slaat het lot toe. Als Vincent de boot in achteruit wil zetten, blokkeert de motor. In vooruit, net hetzelfde. Daar liggen we dan, stuurloos tussen allemaal boten. Iemand roept dat hij een dingy zal halen om ons te trekken, maar ik weet dat we zoveel tijd niet hebben. We zetten ons schrap voor een botsing. Fenders in de aanslag. Maar dan gebeurt er een mirakel en net voor we een andere boot zullen raken, krijgt Vincent de motor terug aan de praat. Rustig manouvreert hij de boot naar de eerste vrije plek die we zien. Vijf minuten later liggen we afgemeerd. Crisis afgewend. Ben trots op ons. We bleven koel en gefocust tot op het einde. Uitgeput zitten we met zijn allen in de kuip. Morgen zal Vincent duiken om te kijken wat er aan de hand is. Maar eerst een glas wijn en ons bed in. Bezorgd kijken we naar Pieter. Zijn eerste ontstressdag is goed begonnen. Wellicht had hij iets anders in zijn hoofd. Maar hij lijkt het allemaal prima te vinden.





Met toegeknepen ogen tegen de felle wind en regen in...





De volgende dag ontdekken we waar we in het donker waren binnengevaren. Wauw. Een kleine jachthaven, een prachtig zwembad waar we gebruik mogen van maken met een adembenemend uitzicht op de Bahia Samana en aan de overkant het natuurreservaat Los Haitises. Iets minder fraai is de aanblik van onze propeller onder water. We moeten onderweg een touw hebben opgepikt dat helemaal verstrengeld zat in de schroef. Met veel moeite krijgt Vincent het losgesneden maar als we de motor terug aan zetten merken we dat er nog steeds een vreemd geluid is en het probleem dus groter is dan we hoopten. Er komt een expert bij. De "cutlass bearing" is stuk en moet vervangen worden. Een klus waar normaal gezien de boot voor uit het water gehaald moet worden. Maar dat kan hier niet. Deze mannen zeggen dat ze gewend zijn om mechanisch werk onder water te doen en maken een prijs. Na lang wikken en wegen besluiten we ze de job toe te kennen. We hebben weinig andere opties. Op het einde van de week zullen ze eraan beginnen. De mechanieker stelt voor om intussen met een klem het probleem voorlopig op te lossen zodat we nog op uitstap kunnen. We nemen een GuaGua naar Samana stad , een soort klein busje waar wanneer alle plaatsen bezet zijn, toch nog vijf mensen bij kunnen ;-). Samana is een belevenis. Brommertjes rijden kriskras door elkaar, ze zijn hier het meest gebruikte vervoersmiddel. Soms zitten er drie mensen op. Er wordt alles mee vervoerd. Tot bedden toe. De namiddag brengen we wat rustiger door. Te paard. Een steile tocht die ons naar El Limon brengt, de mooiste waterval van het land. Of liever, wanneer het niet geregend heeft. Van het beloofde kristalheldere water is niets te merken. De poel onderaan de waterval is bruin en niet al te aantrekkelijk, maar de tocht ernaartoe is geweldig. Het binnenland is prachtig. Groen en weelderig. Dezelfde week maken we nog twee uitstappen met Sta Vast. Eén naar Cayo Leventado, een strand dat druk bezocht wordt door toeristen, maar na vier uur leeg is. Op de terugweg krijgen we bezoek van dolfijnen en worden getrakteerd op een prachtige zonsondergang: weer iets afgevinkt op Pieter z'n lijstje. Een andere dag gaan we naar Los Haitises, het natuurreservaat op drie uur zeilen van de jachthaven. We bewonderen de prachtige natuur die aan Azië doet denken en de grottekeningen die er achter gelaten werden door de oorspronkelijke bewoners van de Dominicaanse Republiek. Tussendoor genieten we van het mooie zwembad. Ik vind in Pieter een bondgenoot en geniet van de luxe, die een prettige afwisseling is na het sobere leven op zee. Eten in overvloed, warm water zoveel als we willen, koude pintjes.

Het boeiende van een hele tijd op dezelfde plek te blijven is ook dat je de mensen leert kennen van andere boten. Zo ontmoeten we de bemanning van Pelican Pat. Ook zij wachten tot de mechanieker hun propeller komt maken. Ze zijn heel erg gecharmeerd door Simon en Elise en op een dag maken de vier mannen een cake voor de verjaardag van Snoozy, één van de knuffels van Elise. En dan is er Shephard, de navy commandant waar Simon fan van is. Op een dag laat hij hem weten dat hij een supercool uniform heeft. De volgende dag brengt commandant Shephard een army-pet voor hem mee. En dan is het plots feest want de Lady Bizoe is aangekomen, een Belgische boot die we in Spanje leerden kennen. De kinderen spelen uren en dagen met Zoë in het zwembad.

En toch is het alweer tijd om afscheid te nemen. Pieter zijn week zit erop. Hij beweert geen bootmens te zijn, maar wij hadden hem er erg graag erbij. Mijn compagnon aan het zwembad terwijl Vincent onder de boot lag te sleutelen, substituut leraar wiskunde voor Simon, gewillige klant voor Elise die Sta Vast-cafe speelde, en goed gezelschap 's avonds voor lange gesprekken.
Schip ahoy, matroos Pieter. Welcome anytime! 

Als Pieter vertrekt (met een privévliegtuig notabene) is het ook voor ons tijd om te gaan. Cuba lonkt.


Zo ziet een propeller er normaal niet uit...

Wiskunde met Pieter




De mannen maken ontbijt

Diva

Samana city



Barbara met elise op Blanquito


Cayo Leventado

Voor de kinderen is de reis van Pieter niet compleet zonder een zelfgeplukte kokosnoot 


Dolfijnen spotten bij zonsondergang

Elise neemt de bestelling op in Sta vast-cafe


Prinses Lea

Dinghy varen, de nieuwe hobby van Pieter ;-



Rotstekeningen op Los Haitises

Actie onder de boot

Cake voor Snoezie

Brothers in arms

The Baths en Puerto Rico

Met elke mijl die we varen, voelen we dat het deugd doet om weer op pad te zijn. De afgelopen weken waren heerlijk maar we werden er ook wat lui van. Team Sta Vast is weer op ontdekkingsreis en dat gaat ons goed af. We zijn op weg naar de Dominicaanse Republiek, met een strakke deadline, want Pieter zal ons daar opwachten. We plannen dus maar een paar korte stops onderweg. De eerste is op de British Virgin Islands. Virgin Gorda, het grootste van allemaal staat bekend om de Baths. Een kustlijn bezaaid met rotsformaties in graniet, eens iets anders dan wat we gewend zijn. In combinatie met kristalhelder water en zuiver wit zand is het een prachtige plek. De tocht ernaartoe is pittig. We gooien ons anker uit voor de ingang van een trail dat dwars door de Baths loopt. De zee is woelig en we sturen de Dinghy naar een boeienlijn op 40 meter van het strand. Die moeten we daar achterlaten en het laatste stuk moeten we zwemmen. Een uitdaging in deze woeste branding.  Maar we halen het strand veilig en de volgende uren brengen we klauterend door in de spelonken en over de rotsen tot we uitkomen bij een mooi strandje.

The Baths

De volgende dag lichten we voor de zon volledig op is het anker en zetten koers naar Puerto Rico. Het wordt een mooie zeildag. De Sta Vast glijdt over de golven, we doen school en in de namiddag ankeren we in Bahia de Mosquito op het mooie eiland Vieques. Een prachtige baai overdag, die 's nachts verandert in een magische plek.  Zodra het donker wordt, roeien we de baai in met de bijboot. De motor blijft uit. We horen enkel het gestage gepeddel in de donkere nacht. En dan gebeurt het. Vissen schieten als groene lichtflitsen voor ons bootje. Fosforiserende algen in het water lichten op bij elke beweging. We springen in het water en het is alsof we tussen 1000 sterren zwemmen. Vooral Elise krijgt er geen genoeg van. Als een nimf glijdt ze door het water. Terug in het bijbootje valt ze prompt in slaap. Gelukkig lezen we pas een dag later dat hier onlangs een vrouw werd gebeten door een door het lichtspektakel verwarde haai. De volgende 2 dagen stoppen we kort op het vasteland van Puerto Rico, dat overigens prachtig is. We hebben echt spijt dat we geen tijd hebben om langer hier te blijven. Esperanza is een leuk levendig stadje, maar Boquerón is desolaat. Blijkbaar is het er in het weekend een drukke bedoening maar op een maandagavond valt er weinig te beleven. We maken ons klaar voor de beruchte Mona Passage, die blijkbaar de schrik is van elk Amerikaanse zeiler op weg naar de Caraïben. Het is een smalle strook van ongeveer 100 mijl tussen de Dominicaanse Republiek en Puerto Rico waardoor het water van de Atlantische oceaan zich een weg moet banen. Doordat de diepte er snel van 7000 meter naar 200 gaat, kan het er heel erg spoken. Maar wij hebben duidelijk goed karma want het wordt de makkelijkste tocht ooit. Een licht briesje, nauwelijks golven. De bemanning van de Sta Vast is opgelucht.

Sta Vast op Virgin Gorda

Team Sta Vast

Miss dinghy

Esperanza beach op Puerto Rico